We waren op vakantie. In de speeltuin viel een klein meisje zo hard met haar scheenbeen op een houten balk, dat ik haar pijn voelde in mijn eigen lijf. Ze huilde het uit en ik wilde meteen naar haar toe om haar te troosten. Haar vader was ook in de buurt en ze strompelde huilend naar hem toe. “Au papa, het doet zo’n pijn!”, kwam er hortend en stotend uit. Van een afstandje zag ik hoe hij haar arm pakte en haar geïrriteerd meenam met woorden in de trant van ‘kijk dan toch ook uit’, ‘stel je niet aan’ en ‘stop met huilen’. Tegensputteren met het valide argument dat het zo’n pijn deed, kon de vader niet op meelevende gedachten brengen.
Mijn gedachten over de vader waren op dat moment niet zo harmonieus, zal ik maar zeggen. Een kind hoort een veilige haven te vinden bij ouders, zeker in het geval van pijn en verdriet. Waar moet het die geborgenheid anders vinden? Ook als een kind iets fout heeft gedaan, moet het bij de ouders kunnen aankloppen. Ouders moeten een schuilplaats zijn waar kinderen terecht kunnen voor liefde en hulp. Altijd.
Klein maar kostbaar
Sommige mensen vinden volwassenen meer waard dan kinderen, dat merk ik regelmatig aan uitspraken en gedragingen. Maar ik ben het daar pertinent mee oneens. Een kind is evenveel waard als een volwassene. Je zou zelfs het tegenovergestelde kunnen stellen: dat een kind juist meer waard is. Hoe jonger het kind, des te meer het namelijk nog puur is, zonder bijbedoelingen en met goede intenties op weg naar het grote-mensen-leven. In wezen zijn alle mensen evenveel waard, maar veel zogenaamde ‘grote’ mensen zouden heel veel kunnen leren van ‘kleine’ kinderen. En wij maar vinden dat we het allemaal zo goed weten en dat we zo slim zijn. Persoonlijk zie ik het zo: als ik niet kan leren van een kind is elk kind wijzer dan ik.
Taak
Opvoeders hebben de immense taak om… ja, om wat eigenlijk? De vader die zijn dochter zo hard zag vallen, heeft daar vast een ander beeld bij dan ik. Ouders zijn er in mijn ogen om kinderen te begeleiden naar zelfstandigheid. Om randvoorwaarden te creëren en ruimte te scheppen voor een zo goed mogelijke ontplooiing van het kind. Kinderen hebben de juiste vaardigheden nodig om het leven aan te kunnen. ‘Technische’ vaardigheden zoals praten en veters strikken, maar ook ‘levensvaardigheden’, waarin de eigen belevingswereld en de verhouding tot andere mensen centraal staan. Die laatstgenoemde vaardigheden zijn onvoorstelbaar belangrijk voor een opgroeiend mens en zijn grotendeels bepalend voor hoe een kind later in het leven zal staan. Hoe zou het gevallen meisje later omgaan met pijn bij iemand anders?
Bloeien
Een kind is eigenlijk een net opgekomen bloem; nog heel kwetsbaar, maar wonderlijk en al zó mooi in al haar kleinheid. Een wonder van de natuur. En het heeft een goede verzorging nodig om tot bloei te kunnen komen. Want zoals geen bloem hetzelfde is, is ook elk mens anders, met eigen talenten. Over het algemeen zouden volwassenen veel meer een stap terug moeten doen en het kind meer ruimte moeten geven. Niet om maar te doen en te laten wat het wil, maar wel om eigen talenten te ontdekken. Of proberen wij ze vaak nog te kneden tot een kopie van onszelf? Dat zou jammer zijn, want dan worden ook onze angsten en beperkingen in zo’n kind gevormd, terwijl het daar zonder onze (te) strakke sturing en bemoeienis veel minder of geen last van zou hebben.
Spiegel
Degene die het voorrecht heeft om vader of moeder te zijn, heeft misschien wel ontdekt dat je kinderen je een spiegel voorhouden. Als je ervoor open staat, word je met grote regelmaat geconfronteerd met je eigen gedrag. Wat je bij het kind zou willen bijsturen, is wellicht ook iets wat bij jezelf aandacht of bijsturing behoeft. Ook je eigen woorden komen soms als een boomerang terug en kunnen opeens wel erg zwart-wit overkomen. Ik kwam eens de bijzondere uitspraak tegen ‘Kinderen doen niet wat je zegt, maar kinderen doen wat je doet’. Onze vele woorden zijn dus niet leidend, maar hoe we zelf die woorden in de praktijk brengen; een voorbeeld ben je door het voor te leven.
Doe wat ik zeg
Zie je dat ook weleens gebeuren, dat kinderen enorm worden afgesnauwd? Of dat ze worden behandeld als minderwaardige mensjes, als ongelijken. Alleen maar omdat ze klein zijn, alleen maar omdat de betreffende vindt dat ze nog niet tot de volwassenenwereld behoren. Regelmatig zijn kinderen echter volwassener in hun gedragingen dan degenen die het theoretisch zouden moeten zijn.
Een volwassene mag blijkbaar boos zijn, een kind meestal niet. Een volwassene mag onredelijk zijn, een kind meestal niet. Een volwassene mag bij boosheid met stemverheffing spreken, een kind meestal niet.
Terwijl een kind compleet afhankelijk is. Afhankelijk van de grillen van de ouders. Natuurlijk is er in veel gezinnen een gezonde balans, maar in veel gezinnen ook niet. Zo kan het gebeuren dat kinderen niet worden opgevoed, maar meer worden ‘afgericht’, bijna zoals een hond. Gewoon doen wat de ‘baas’ zegt; luisteren en algemene gehoorzaamheid zijn de norm. En bij niet luisteren volgt onverbiddelijk een straf. Om nog maar niet te spreken over situaties waarin kinderen worden mishandeld. Opvoeden alleen op basis van macht of autoriteit is een teken van armoede, bij de opvoeder welteverstaan.
Een kind ís nooit stout, het doet soms stoute dingen. Het ís niet vervelend, het doet soms vervelend. Wat een kind is en hoe het zich gedraagt, zijn verschillende dingen. En maar al te vaak is het gedrag een uiting van hoe een kind zich voelt en hoe het (structureel) wordt behandeld.
Gevoelig
Kinderen van nu zijn wezenlijk anders dan kinderen uit vorige generaties. Ze zijn veel vroeger ontwikkeld en kunnen over bijna alles al op jonge leeftijd meepraten. Het aantal kinderen dat hooggevoelig is (ook wel HSP genoemd – Highly Sensitive Person), is enorm. Sommigen beweren zelfs dat er bijna alleen nog maar hooggevoelige kinderen worden geboren. Daar kijk ik niet van op, maar hooggevoelig of niet, rekening houden met gevoelens van kinderen zou vanzelfsprekend moeten zijn.
Inleven
Kritische lezers vinden misschien dat ik veel te soft ben voor kinderen en dat ik alles maar goed zou vinden. Natuurlijk vind ik ook dat een kind grenzen moet leren kennen, dus ik pleit niet voor vrijheid – blijheid. Ik pleit wel voor steeds meer inzicht bij volwassenen en steeds meer begrip voor de leefwereld van kinderen. Begrip tonen – nee, echt begrip hébben – is de sleutel om op een fijne manier met kinderen om te gaan. Begrijp ze als ze boos worden als ze moeten stoppen met spelen en leg ze uit waarom het op dat moment toch even moet. Begrijp ze als ze eigenlijk niet naar bed willen en leg ze uit waarom het nodig is (en dat je zelf vroeger ook meestal niet naar bed wilde). Begrijp ze als ze moe zijn of niet lekker in hun vel zitten. Dat hebben we allemaal toch weleens? Stap in de wereld van het kind, gebruik je inlevingsvermogen. En wees altijd respectvol.
Bén er gewoon voor ze! Met heel je hart, niets meer en niets minder. Durf je kwetsbaar op te stellen en laat zien dat je ook kind bent geweest. Laat zien dat je ook maar gewoon een mens bent, dat je niet alles weet en niet alles goed kunt. Dat je ook fouten maakt. Laat alsjeblieft ook zien dat je sorry kunt zeggen tegen een kind. Kinderen krijgen vaak straf of moeten sorry zeggen als ze iets niet goed hebben gedaan. En volwassenen dan?
Fouten moeten niet zondermeer worden bestraft, het zijn leermomenten. Ze moeten worden besproken en vergeven. Wat ging er nou mis en waarom? Welk gevoel had je toen je dat deed? Hoe zou je dat een volgende keer anders kunnen doen? En sorry zeggen is heel goed om te leren, maar dan moeten volwassenen dat ook voor zichzelf toepassen en voordoen. Maak je oprechte excuses aan een kind als je hebt geschreeuwd omdat je chagrijnig was. Of als je ze hebt beschuldigd van iets wat niet waar bleek te zijn. Maak je klein, nog kleiner dan het kind soms. Dan ben je pas echt groot.